donderdag 8 augustus 2013






De tovertuin

Die dag, dat ik met haar naar de tovertuin ging,
zo vol van de lente, zo'n heerlijk ding,
De lucht hing bedwelmend vol van geluk,
het licht en de tijd hielden voet bij stuk

en knoppen, die barstten maar uit hun voegen,
en die met trots al hun bloemenpracht droegen,
zo wonderlijk, wonderlijk, wonderlijk mooi
als een meisje in heel haar gesluierde tooi.

O, en er liep ergens een kip op sokken,
totaal niet bedeesd; ja, kennelijk
net aan het ruien, of net geweest.

We waren mesjokke, van liefde en vrede,
van het heden, van samen op levensreis,
de schoonheid der dingen, het vrijheidsfeest.


1 opmerking: